Iedere twee weken verschijnt er in het Haagse een bijzonder krantje vol verhalen over historisch Den Haag. Te koop bij afhaalpunten maar ook kan je een abonnement nemen. Ik zag het eerder, regelmatig werd ik erop attent gemaakt, en steeds weer valt mij op dat de verhalen van een goed, hoog niveau zijn. Ach ja, die leeftijd krijg je...waarop je denkt: 'o, ja...schaatspret in de bosjes van Pex...'
Vrijdag bracht een vriendin een exemplaar mee met daarin een groot artikel over de zogenoemde 'Loosduinse schilderskolonie'. De auteur Carl Doeke Eisma betreurt het in zijn introductie dat Loosduinen in tegenstelling tot Laren en Bergen, (en Oosterbeek vul ik aan), nooit de geschiedenis is ingegaan als een soort stroming vanwege de inspiratie die het schilderen daar opleverde. We kennen immers de Larense, de Bergense en de Oosterbeekse school. Misschien is het voormalige dorp Loosduinen onder de rook van Den Haag, wel weggevallen doordat de schilders die naar dit toenmalige natuurgebied trokken om naar de mode rond de 19e eeuw en plein air het landschap vast te leggen, behoorden tot, of invloeden ondergingen, van de Haagse School.
Toch levert het artikel, dat een omissie wil rechtzetten, veel interessante informatie op. Tot 1923 was Loosduinen een zelfstandige gemeente. Tegenwoordig maakt Loosduinen onderdeel uit van Den Haag. Sowieso was de stadsontwikkeling met uitbreiding van Den Haag West nog nauwelijks op gang gekomen. De auteur:
We moeten ons realiseren dat in die tijd de Beeklaan, genoemd naar de Westerbeek, een landweg was die tussen de polders de Mientpolder en het kleine Veentje doorliep. Los van enkele boerderijen stonden hier nog niet veel huizen. Wanneer je de Beeklaan afliep, kwam je al snel in een duingebied terecht en de toen nog ongerepte natuur trok diverse kunstschilders aan.
Pieter de Zwart, 'zicht op Loosduinen met stuwwal', omstreeks 1910 (privécoll.)
Leuk om te weten is dat er een hotelletje annex café en koffiehuis was waar je voor langere tijd een kamer kon huren. Dit deden Willem de Zwart, die een korte 'Loosduinse periode' had, zijn academievriend Breitner en Johannes Evert Hendrik Akkeringa. Van De Zwart is het aannemelijk dat hij een paar maanden een bijbehorend huisje huurde. Vanaf 2 mei 1889 woonde hij namelijk in Loosduinen samen met zijn vriendin Maria Reevers. Ze was zwanger van hun eerste kind. Begin augustus verhuisden ze naar de Haagse Beeklaan, waar hun dochter werd geboren. Schilderen deed hij wel in de omgeving van Loosduinen. (Bron: Richard Bionda, Willem de Zwart)
Voor mijn dubbelbiografie kon ik voor wat betreft het landschap in Den Haag en omgeving putten uit twee aardige boekjes uit de jaren '80, geschreven door de amateur historicus J.W.H. Lemckert, 'Het wilde westen, herinneringen aan de Haagse vruchtenbuurt en ommelanden van weleer', en 'Het verre westen, zwerftochten door de Haagse bomen en bloemenbuurt'. Ze vonden gretig aftrek in Den Haag West en omgeving.
'En plein air' schilderen bij Ockenburg, Pieter de Zwart en nichten omstreeks 1910 (foto: privécoll.)
En zo vonden de kunstschilders in het Haagse inspiratie in de directe omgeving. Uitgestrekte landschappen bij Loosduinen, de zee en de duinen bij Scheveningen, de voorname stadspaleizen rond Plein 1813 en stedelijk geruis rond het Buitenhof... Hieronder het linkje naar het artikel in 'De Haagse tijden'.