Kirchner & Nolde in het Stedelijk of over zendelingen en Sjors en Sjimmie: een expositie rond ongemak
De huidige generatie zal geen enkele associatie hebben bij het woord 'zendeling'. Kinderen die pakweg in de jaren 1950 en ook nog wel in de jaren '60 en '70 naar school en kerk gingen leerden uit boekjes dat er "goede werken" werden verricht in verre, uitheemse en vreemde landen. Er hing rond het begrip "zendeling" iets heroïsch en mysterieus tegelijkertijd. Ze waagden zo ongeveer hun leven teneinde primitieve volkeren naar een menswaardig bestaan te begeleiden. Niet zelden door kennismaking met het christendom.
In dezelfde periode plofte bij vele huishoudens de 'Sjors en Sjimmie' op de mat met avonturen van Sjors en zijn exotische vriendje Sjimmie, die de Nederlandse taal niet goed machtig was. Dit net als Klukluk in de televisieserie 'Pipo de Clown', een indiaan die grappig praatte en verder ook heel onhandig was.
Zeker was dat er volkeren waren die niet zonder gevaar konden worden benaderd, ze waren namelijk primitief, hadden nog niet kennis gemaakt met de beschaving en moesten als kinderen bij de hand worden genomen. Ik moest terugdenken aan deze stereotypering bij de belangwekkende expositie in het Stedelijk museum Amsterdam rond de Duitse expressionisten Ernst Ludwig Kirchner, (1880-1938) en Emil Nolde, (1867-1956), allebei vernieuwers in de kunstwereld - weg van de academiekunst trokken ze eropuit, waarbij het ging om persoonlijke gevoelskleuren van alledaagse waarnemingen.
In de expositie, die gisteren de laatste dag beleefde, waren beelden van de twee kunstenaars bijeen gebracht rond hun reizen naar Papoea-Nieuw-Guinea, toentertijd "Duits Nieuw Guinea" in zuidwest Afrika, en naar andere gebieden in oost-Afrika. Tot de Eerste Wereldoorlog waren deze gebieden door Duitsland gekoloniseerd. Leidende vraag in de expositie was hoe ze aankeken tegen het andere en vreemde. Ze volgden hierin, zo wordt zichtbaar, de gangbare stereotypering. We zien wulpse beelden, "de nobele wilde" uitgebeeld, volle kleuren en vooral een bevestiging van de gedachte dat het gaat om primitieve volkeren die nauwelijks te doorgronden zijn.
Het gaat niet zozeer om een moreel oordeel of om het herschrijven van geschiedenis, het gaat om voortschrijdend inzicht en inzicht in waar bepaalde hardnekkige beeldvormingen vandaan komen. Dat voelt ongemakkelijk, zeker. Daar hoeft men ook niet meteen iets mee... Althans, zo gaat dat op voor mij. Als je het ziet, of hebt gezien, kan je het niet - niet - meer zien. Dat is winst.
Emil Nolde, Stilleven met maskers, ca. 1911