Hoe beschrijf je een pelgrimage naar een stad om langs plekken te gaan van goede vrienden die er eigenlijk gewoon nog horen te zijn? Niet dus. Dat gaat helemaal niet. Het wordt ofwel een poging om leegte te duiden - te zwaar en diep kan dat worden - ofwel een bijna banale beschrijving die voor niet betrokkenen helemaal niet boeit. Trivialiteit ligt op de loer. Jan de Bie, een goede vriend sinds het najaar van 2009, toen ik hem en zijn echtgenote Teja ontmoette tijdens een verblijf van een maand in Spanje, overleed na een intensieve en vermoeiende ziekteperiode in januari van dit jaar. Teja, die als eerste een vriendin werd, was vier jaar eerder, in de zomer van 2016 overleden. Ik herinner mij nog een dof gevoel van desoriëntatie waarmee ik bij het station van Den Bosch in een taxi sprong. De plek van afscheid uit mijzelf vinden leek mij uitgesloten. Allebei pech gehad. Nog in de bloei van hun bestaan, vond ik.
In het Noord Brabants museum omstreeks 2014Achteraf beschouwd was de vriendschap dus een korte tijd beschoren: tussen 2009 en 2016 ontstond er een halfjaarlijkse uitwisseling die gekenmerkt werd door wederzijdse belangstelling, boeiende gesprekken, museumbezoek en dus, voor mij, kennismaking met Den Bosch. Teja had onverminderd belangstelling voor de Thomas Mann boeken - ze lás ze en gaf ook wel commentaar - ze repte zich naar de plaatselijke boekhandel om te informeren - Jan sprak over zijn projecten, waaronder niet de minste. Hoogtepunten waren de opdracht voor een permanente muurschildering in het Noord Brabants museum en een grote overzichtsexpositie in het Breda's museum met als titel 'Boekenlandschappen.' Dat was iets bijzonders wat ik niet altijd begreep: een periode had Jan samen met Teja gereisd - ook door Spanje in het jaar waarin ik hen ontmoette - met als opdracht het schilderen/etsen van bibliotheken. Dat leverde bijzondere panelen op.
Het atelier, nu leeg en opgeruimd...Dag lieve vrienden!