De tweede lockdown periode: herfstwandelen en koffie to go...

Paul Citroen: Vrouw in een raam, 1922 - gezien: Lakenhal Leiden
 

Voor het geval er een tweede lockdown periode zou komen was de horeca in ieder geval beter voorbereid: schijnbaar moeiteloos werd er omgeschakeld naar afhaalmaaltijden of bezorging en naar koffie en thee to go...Wie het deed - zoals ik, al is het alleen maar om de horeca te steunen - komt niet alleen logistieke problemen tegen: waar de koffie te nuttigen bij herfststormen of met iemand samen onderweg als een bankje in een park geen optie is? Af en toe levert het afhalen van koffie ook een trieste exercitie op, als merkbaar wordt gevoeld dat het voor de ondernemer eigenlijk nauwelijks iets oplevert. 'Veel succes vandaag!', hoorde ik zaterdag roepen bij ontvangst van de consumptie. Veel te hard en veel te opgewekt. 


Bij de expositie van Anders Zorn, Kunstmuseum Den Haag



Een schoolvoorbeeld van een veilige corona-haven vond ik het Kunstmuseum in Den Haag. Ik was er twee keer in oktober - een keer zonder, en een keer mét gezelschap. We hadden picknickspullen bij ons voor buiten, zoals de meesten die plaatsnamen op bankjes rond de vijver van het monumentale gebouw. Een tijdslot, online gereserveerd verzekerde ieder van een plaats. Overal hand-desinfectie zuilen. De gemiddelde afstand tussen bezoekers in de zalen was ongeveer 4 meter. Bijzondere exposities, als die van Anders Zorn die er nu loopt, zijn kostbaar. Vooral, zo heb ik ooit begrepen uit een interview met de museumdirecteur van de Leidse Lakenhal, zijn de verzekeringen een enorme kostenpost. Werken in bruikleen van andere musea uit het buitenland vergen hoge transportkosten en astronomische bedragen om ze te verzekeren. Dat wordt zeker met een lockdown bij lange na niet terugverdiend. Is het daardoor in de toekomst nog wel haalbaar om grote, internationale exposities te organiseren?  

Eerdere bezoeken deze zomer aan het Stedelijk museum Amsterdam en het Van Gogh museum leverde een soortgelijke, corona veilige ervaring op. Door de gecontroleerde toestroom via online reserveringen - uiteraard ook door de enorme afname van buitenlandse toeristenstromen - is de gemiddelde afstand vergroot tot ongeveer 4, 5 meter. Voor museumbezoek een ongekende luxe, voor geldstromen om musea overeind te houden nogal desastreus. 


Je ziet elkaar niet meer...dan zie ik maar mijzelf...

Nu doen we het voorlopig weer met het kleine - met wandelen - eindeloos wandelen - daar optimisme uit halen - sommige vrienden en contacten lang niet zien doordat er geen bijeenkomsten zijn - online haalt het niet bij een lezing in een zaal waarbij je meteen ook ontmoetingsmomenten hebt - een sociaal karig leven... na een adempauze van juni tot eind september...éven was het weer een beetje gewoon.





Snapshot landschap vanuit de trein in oktober



Zicht op de Marekerk vanaf De Burcht Leiden - zonnige dag in november




Zicht op de Marekerk Leiden vanuit de Lakenhal - bewolkt




Een oase van stilte door de tijdsloten: Lakenhal Leiden

Zijn er voordelen te noemen aan een, of aan de lockdown van de samenleving? Voor degenen die toch al een druk voelden bij sociaal verkeer kan het een tijdelijke opluchting geven...Corona kan ook heel gemakkelijk als excuus worden ingezet...'ja corona hè...' ... De waarneming wordt scherper, want de wereld kleiner. Eenvoudiger. Beperkter ook. Onderlinge warmte groeit: met een relatief kleine vrienden- en kennissenclub maak je het leven eenvoudiger voor elkaar. (Net als bij alles: je komt er meteen ook achter wie afvalt....)

Hilarisch kan zijn - als je dat tot je door laat dringen - dat er iets van parallellie ontstaat. Televisieseries die nog vóór de coronatijd zijn opgenomen - zoals overduidelijk 'Droomhuis gezocht'  van de eo. Koppels die hun droomhuis zoeken in Spanje, Frankrijk, Finland...Tja...Het krijgt iets Noord-Koreaans: een wereld die je wordt voorgeschoteld en die de dagelijkse realiteit niet meer dekt. Maar misschien gaat het met geschiedenis altijd wel zo als je er - midden - in zit. Een deel van het geheugen en doen en laten blijft achter in een oude, andere tijd. 

Dit besef maakt mij nieuwsgierig naar wat deze periode ons aan literatuur en kunst gaat opleveren...en dat maakt dat er altijd iets blijft om voor te gaan! Als dingen die we gewend waren om ons heen verdwijnen of niet meer kunnen, prikkelt dat de verbeelding en inventiviteit. En dat betekent weer dat we zeker een toekomst tegemoet kunnen gaan.