In het spoor van de Hollandse impressionisten deel II
Niet alleen in- en rond het Haagse werd buiten geschilderd, ook in Laren en Soest, in het Brabantse en op de Veluwe, waar door de Haagse kunstschilder Théophile de Bock, (1851-1904) in Renkum Pictura Veluvensis werd opgericht. Een schilderkundig genootschap dat aan de wieg stond van de zogenoemde 'Oosterbeekse school' op steenworp afstand.
Ik voelde mij bevoorrecht doordat ik in de septembermaand langere periodes kon proeven hoezeer het afwisselende Veluwse landschap schilders aan het begin van de twintigste eeuw geïnspireerd moet hebben. Vergezichten in glooiend landschap wisselen zich af met uitgestrekte bossen en zandverstuivingen. Plaatsjes als Renkum, Doorwerth en Heelsum moeten het karakter hebben gehad van een boerendorp.
Het buiten is in de oorspronkelijke staat niet bewaard gebleven. Op het voormalige landgoed van Willem III is nu in het sanatorium van Emma een verpleeg- en verzorgingshuis gevestigd. Toen De Bock dus in 1895 besloot een poosje naar Renkum te verkassen, was de keuze voor deze plaats nauwelijks toeval. In het Haagse zal de plaats bekend zijn geweest. Dat was voor mij een ontdekking met toegevoegde waarde, want opnieuw werd bevestigd hoezeer er uitwisseling plaatsvond tussen de schilders in- en om Den Haag en die in het Gelderse en omstreken.
Ingang van de 'ommuurde tuin' - de oorspronkelijke muur van de moestuin is volledig gerestaureerd
Het langer in het Gelderse landschap zijn heeft mij zeker dichterbij de impressionisten in die tijd gebracht - onder wie uiteraard mijn twee schilderende oudooms Willem en Pieter de Zwart. Wie bijvoorbeeld dichterbij huis in het westen aan de kust een momentopname in augustus dit jaar van een zandwal aan de kustlijn bij Kijkduin vergelijkt met het Loosduinse landschap uit 1910 van Pieter de Zwart, ziet wat er aan inspiratie werd gevonden in de natuur.
Maar ook begrijp ik beter stromingen van daarna - Mondriaan bijvoorbeeld die de stap maakte naar het abstracte - de Modernisten en zelfs Postmodernisten... Momenteel leven we, lijkt het, in een periode van herwaardering van de landschapsschilders van toen - er zijn overzichtsexposities, bijvoorbeeld die in het Kunstmuseum waarin de (competitieve) relatie wordt belicht tussen Breitner en Israëls en uiteraard hoort de reconstructie van de expositie van Picutura Veluvensis in 1913 in Nunspeet daar ook bij.
Het was een mooie maand, mogelijk gemaakt door Foundation Obras/Holland
Naar de site van Foundation Obras