Twee bekroningen: naar Idwer de la Parra - schrijver/beeldend kunstenaar/acteur en naar Alfred Birney - behalve schrijver met een lange staat van dienst ook musicus

Alfred Birney neemt applaus in ontvangst in de grote zaal van het Academiegebouw Leiden

De grootste bekroning op zaterdag 23 september door De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde was de Henriëtte Roland Holstprijs voor Alfred Birney - waarmee eigenlijk niet alleen de prijs werd toegekend aan 'De tolk van Java', maar in wezen voor een boek, dat een weerslag is van een oeuvre dat hij in een periode van 30 jaar opbouwde. Hij refereerde hier zelf nog even aan in een reactie op een vraag van Jacqueline Bel, die hem interviewde, over de gelaagdheid in de roman, de stijl en vorm - de vermenging van feit en fictie. "Wil ik daarop antwoorden, moet ik college komen geven", aldus Birney. "Natuurlijk zit er ook dertig jaar schrijverschap in dit boek...."



Interview met dr. Jacqeline Bel, universitair hoofddocent Moderne Nederlandse letterkunde VU

Een mooie bekroning voor een auteur die door de Libris literatuurprijs eerder dit jaar zijn doorbraak beleefde naar het (hele) grote publiek. 'De tolk van Java' wordt nu al uitgeroepen tot de toekomstige klassieker binnen het canon van de Nederlandse moderne literatuur.

De schrijfcarrière van Birney begon door een forse blessure aan een hand, waardoor hij moest afzien van zijn grote passie en eerste wens: hij schoolde voor een leven on stage als klassiek gitarist. En nog steeds is hij een dubbeltalent: musicus en schrijver. Vanaf 1983 publiceerde hij al verhalen. Boeken als Tamara's Lunapark (1987), Bewegingen van Heimwee (1989), De onschuld van een vis, (1995) en Sonatine voor zes vrouwen, (1996) bereikten in die jaren toch ook een redelijk groot publiek. Het is nu wachten op een verzamelbundel!




Bescheidener, maar niet minder belangrijk, was de bekroning met de Lucy B. en C. W. van der Hoogtprijs voor de debuut dichtbundel Grond.  Idwer de la Parra (1977) had niet echt een dankwoord voorbereid, maar zijn voorlezen van gedichten uit de bundel maakte dat ruimschoots goed. Bijzonder is dat De la Parra én de toneelschool én de kunstacademie volgde - maar nu werkzaam is als kruidteler/tuinman én dichter/schrijver.




En toen lieten we het leven en de kracht van vriendschappen weer over aan de open ruimte...