Thomas Mann en correcties in zijn werk

Na afloop van een lezing kreeg ik een kopie van een brief van Thomas Mann gedateerd 23 mei 1931. De brief is een reactie op een brief van een leraar, die een fout ontdekte in De Buddenbrooks. De brief van Thomas Mann moet bewaard zijn gebleven binnen de familie van de leraar, en men wilde mij nu een plezier doen door schenking van een kopie.

Interessant aan de brief van Thomas Mann is dat we inzicht krijgen in hoe hij aankeek tegen logistieke fouten of andere missers in zijn verhalend proza. Welgemeend van toon antwoordt hij namelijk dat het hem heeft verwonderd dat niemand hem eerder opmerkzaam maakte op de door de leraar genoemde blunder. Meteen daarop liet hij volgen dat hij fouten in ouder werk:

"...lieber so bestehen lasse, wie sie zu ihrer Zeit nun einmal wurden, als dass ich aus einem späteren Lebensstande heraus daran änderte."

Ze waren zo ontstaan, redeneerde Thomas Mann, en op den duur als het ware bij het werk gaan behoren. In een veel later stadium nog veranderen, zou de tekst geweld aandoen. Met zijn kenmerkende onderkoelde ironie liet hij weten dat er meer blunders in Buddenbrooks zaten, want:

"...Zum Beispiel läuft dort irgendwo ein Schiff vom Stapel, um sofort dahindampfend seine Probefahrt anzutreten, was doch ganz falsch ist, da ein Schiff niemals fahtbereit ist, wenn es vom Stapel läuft. Das habe ich sogar nicht lange nach Erscheinen des Buches erfahren, aber ich habe es auch durch alle Auflagen bewusst stehen lassen. Möge der Roman mit seinen Schnitzern nur weiter seine Lebenskraft bewähren."