Verrast door de grote overzichtsexpositie van de tachtigers - met veel werk van Willem de Zwart (1862-1931) Willem de Zwart was de broer van mijn overgrootmoeder van moeders kant - het was een grote Haagse familie. Twee broers werden kunstschilder - Willem en Pieter. Willem de Zwart valt onder het rijtje kunstschilders van de zogenoemde "Haagse school" - een stroming die zich kenmerkt door nieuw élan, doordat de kunstenaars erop uittrokken en het academische van zich af wilden schudden. De expositie in het Haags gemeentemuseum legt de nadruk op de overgang van landschapschilderijen naar het schilderen van taferelen in de grote stad - in navolging van nieuwe kunststromingen in heel Europa. Breitner fotografeerde uitgebreid - een nieuw medium - en rond het fin de siècle groeiden steden uit tot ware metropolen. Er ontstond een behoefte om dit vast te leggen. Willem de Zwart - zelfportret als nar - ca. 1890-1892 Meisje met Japanse parasol - ca 1889
Willem de Zwart, portret omstreeks 1900 door W.J. Weissenbruch - Haags gemeentearchief Mij trof dit portret door Willem Weissenbruch, (1864-1931) van Willem de Zwart, (1862-1931), opgenomen in de beeldbank van het gemeentearchief Den Haag. Mijn over-oudoom Willem de Zwart "was geen gemakkelijk mens, niet voor zichzelf en niet voor anderen", opent een beschrijving van Studio2000 en dat wil ik graag geloven. Een zekere tegendraadsheid - die ook tot interne conflicten kon leiden - daarbij wars van conventionaliteit dit naast ook weer een Haagse hang naar conventies, heb ook ik zeker meegekregen. Paardentram - Willem de Zwart Zelfportret - foto: MdB In 1984 was er in het vroegere gemeentemuseum - nu Kunstmuseum - een overzichtsexpositie van het werk van Willem de Zwart, ter gelegenheid waarvan een biografische studie verscheen van de kunsthistoricus Richard Bionda. Willem de Zwart maakte vele omzwervingen. Vanuit Den Haag, waar hij werd geboren en op de kunstacad
Pieter de Zwart - boerderijtje bij Breda Reisde je aan het begin van de vorige eeuw vanuit de randstad naar Brabant of Gelderland, dan kwam je al snel in een volledig andere wereld terecht. Grote, uitgestrekte bossen en ongerepte boerendorpen lokten ook de schilders van 'de nieuwe stijl' naar buiten. Ze wilden schilderen wat ze om zich heen zagen en maakten natuur- en landschapsimpressies die de geschiedenis ingingen als deel uitmakend van de stroming van 'De Haagse School.' Uiteraard werd niet alleen inspiratie gezocht op het platteland, ook van het stadsleven - dat aan het eind van de negentiende eeuw in drukte en bedrijvigheid een enorme groei doormaakte door de oprukkende tweede industriële revolutie - werd naar impressie met het penseel vastgelegd. Fotografie was in opkomst, waardoor de eerste schilders van onder meer het 'Amsterdams impressionisme' ook gebruik maakten van dit nieuwe medium, dat de mogelijkheden om het leven vast te leggen verbreedde. Het